Bevoorrading, onderhoud en reparatie
Het ISS wordt regelmatig bevoorraad, en afvalstoffen worden afgevoerd; dit gebeurde ook bij eerdere ruimtestations. Naar de ruimtetelescoop Hubble (de naam) zijn vier missies geweest voor onderhoud en reparatie. De meeste ruimtevaartuigen worden in de ruimte echter nooit bevoorraad, en indien onbemand ook nooit in de ruimte onderhouden of gerepareerd, behalve in de zin van het ontvangen van signalen en het ontvangen van zonne-energie, omdat een ruimterendezvous (ontmoeting in de ruimte) onmogelijk of erg duur is.
Alles wat tijdens ruimtevluchten en bij landingen op hemellichamen uit de ruimte en van die hemellichamen is meegenomen waren monsters voor onderzoek, geen verbruiksmateriaal zoals brandstof, reactiemassa, zuurstof, voedsel of drinkwater.
Er zijn soms wel plannen om voorraden in een ruimtestation of op een basis op een hemellichaam te creëren die door een ruimtevaartuig kunnen worden benut.
wat is ruimte voedsel?
Het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA experimenteerde voor het eerst met ruimtevoedsel tijdens de missie van John Glenn in 1962 waar hij naast zijn wetenschappelijke experimenten ook moest testen of het mogelijk was om normaal te eten in een gewichtloze omgeving. Onderzoekers hadden op vlak van eten in de ruimte geen ervaring en hadden dan ook schrik dat de ruimtevaarder zou stikken in het voedsel of dit voedsel oneetbaar zou worden. De andere astronauten uit het Mercury programma hadden veel problemen met het eten dat aan hen werd meegegeven. Dit was vaak heel onsmakelijk en men moest alle etensresten na de maaltijd verzamelen zodat deze zich niet vrij in de ruimtecapsule konden bevinden. Na het Mercury ruimteprogramma begon NASA met een uitgebreid onderzoek naar het verbeteren van ruimtevoedsel. Zo kregen de astronauten tijdens de Gemini ruimtemissies ander eten voorgeschoteld en werden nieuwe technieken uitgeprobeerd die voor iedereen beter werkbaar waren. Zo werden er maaltijden ontwikkeld met gelatine om te voorkomen dat deze zouden kruimelen of resten zouden nalaten. Voor het eerst konden de ruimtevaarders ook kiezen uit verschillende menu's zoals garnaalcocktail, kip met groenten of verschillende soorten toasten. Naarmate de ruimtemissies steeds langer werden, werd er meer geïnvesteerd in het onderzoek naar ruimtevoedsel. Tijdens het Amerikaanse Apollo Maanprogramma konden de astronauten voor het eerst gebruik maken van warm water en werd er meer normaal eten meegegeven. Men maakte gebruik van containers die luchtdicht konden gemaakt worden waarin men het voedsel net voor de lancering kon opbergen. Tijdens de missies van het Amerikaanse ruimtestation Skylab kregen de ruimtevaarders meer plaats om eten op te bergen en kon men ook gebruik maken van een diepvriezer en ijskast om voedsel koel te bewaren. Voor het eerst kon men nu ook op een normale manier voedsel eten doordat er plaats was voorzien in het ruimtestation voor een tafel met stoelen waardoor de ruimtevaarders zich ook meer op hun gemak voelden tijdens het middagmaal of avondmaal. Deze eettafel werd voorzien van magneten waardoor de vorken, lepels en messen niet overal gingen rondzweven. Door al deze vernieuwingen kon men nu voor eerst normaal eten in een baan om de Aarde. Toch bleek er een grens te zijn aan het voedsel dat de ruimte kon ingaan. Zo vroeg een Japanse ruimtevaarder die de ruimte inging met een Amerikaanse Space Shuttle als voedsel sushi maar dit werd geweigerd aangezien men dit niet koud en vers kon houden.